De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals bij vermoedens van huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling. Aan de hand van de 5 stappen van de meldcode bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet. Het gaat hierbij niet alleen om vermoedens van fysiek geweld, maar ook om vermoedens van psychisch of seksueel geweld en vermoedens van verwaarlozing.
Per 1 januari 2019 is de verbeterde meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Het is nu een professionele norm om melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens bestaan van acute en/of structurele onveiligheid. Professionals hoeven nu dus niet meer langer te wachten tot een zaak zeer ernstig of levensbedreigend is geworden; complexe zaken kunnen al eerder bij Veilig Thuis worden gemeld. Als hulpmiddel om te komen tot het besluit om te melden is het nu verplicht om als beroepskracht een afwegingskader te gebruiken in stap 4 en 5 van de meldcode. Dit afwegingskader helpt bij het wegen van het huiselijk geweld, de ouderenmishandeling of de kindermishandeling en bij het beslissen wel of niet te melden. Alle beroepsgroepen, van onderwijs tot medici, hebben hun eigen afwegingskader vastgesteld. De afwegingskaders voor alle beroepsgroepen zijn landelijk vastgesteld.
Lees over de Meldcode van de Rijksoverheid met in de Toolkit meldcode HGKM veelal het Afwegingskader per beroepsgroep.