voor inwoners, met gemeenten

Ouderenmishandeling is mishandeling van een persoon van 65 jaar en ouder. Onder ouderenmishandeling valt bijvoorbeeld lichamelijke, seksuele en psychische mishandeling, verwaarlozing en financiële uitbuiting. Ouderenmishandeling komt voor in gezins- of familierelaties, maar ook in relaties met beroepskrachten. De mishandeling kan het resultaat zijn van zowel actief (plegen van handelingen) als passief gedrag (nalaten van handelingen).

Het risico op ouderenmishandeling neemt toe met het ouder worden. Uit onderzoek blijkt dat het  risico op ouderenmishandeling groter wordt naarmate de oudere meer zorg nodig heeft. Ouderenmishandeling kan plaatsvinden bij de oudere thuis, maar ook in verzorgings-, verpleeg- en ziekenhuizen. Als er sprake is van ouderenmishandeling in een verzorgings-of verpleeghuis of ziekenhuis moet de inspectie ingeschakeld worden in plaats van Veilig Thuis.

De oudere is afhankelijk van de pleger. Vaak is de pleger een naaste van het slachtoffer, bijvoorbeeld een dochter, zoon, echtgenoot of kleinkind. Soms hebben plegers zelf problemen, bijvoorbeeld met alcohol of drugs of op financieel gebied. Het kan ook zijn dat iemand de langdurige verzorging van de oudere steeds meer ervaart als een last die te zwaar op zijn of haar schouders drukt. Dit wordt ook wel ontspoorde mantelzorg genoemd. De mishandelingen zijn bij ontspoorde mantelzorg vaak niet moedwillig.

Soms komt ouderenmishandeling voort uit een lange traditie van familiegeweld en –conflicten. Plegers weten heel goed weten wat ze doen. Ze handelen uit financieel gewin, desinteresse of wraak. De oudere is nu afhankelijk van diegene die vroeger bijvoorbeeld mishandeld is door de oudere.

Signalen van ouderenmishandeling

  • Onverklaarbare verandering van gedrag: de oudere is bijvoorbeeld plotseling verdrietig, angstig of neerslachtig
  • De huishouding en de verzorging van de oudere worden verwaarloosd
  • De oudere geeft onsamenhangende of tegenstrijdige verklaringen voor lichamelijke verwondingen
  • De oudere krijgt geen kans met de hulpverlener te praten zonder aanwezigheid van de vermoedelijke dader
  • De dader probeert hulpverleners zo veel mogelijk buiten de deur te houden of om de tuin te leiden
  • De verzorger vertoont verschijnselen van overbelasting
  • De verzorger is onverschillig over het welzijn van de oudere
  • De verzorger scheldt of schreeuwt tegen de oudere in het bijzijn van een hulpverlener

Denkt u dat er sprake is van ouderenmishandeling? Bij Veilig Thuis zijn er deskundige medewerkers met wie u hierover kunt praten. Ook als het om iemand anders gaat.  Zij bieden hulp, advies en ondersteuning. Is er direct gevaar, bel dan met 112. Bel met Veilig Thuis via 0800-2000 als er geen direct gevaar is. Dit kan 24 uur per dag, zeven dagen per week. U kunt ook anoniem bellen.